In de Tibetaanse cultuur is de lineage van leraren en tradities van groot belang. Trogawa Rinpoche (1932) wordt erkend als de reïncarnatie van de beroemde Tibetaanse dokter Drag-Lhung Gomchen Paljor Gyaltsen.
Al op zeer jonge leeftijd ging Rinpoche in het klooster waar hij zijn opvoeding en opleiding in de Rime traditie van het Tibetaanse boeddhisme kreeg. Als 15-jarige kreeg hij les van Dr. Narongshar Rigzin Paljor, de toenmalige lineage-holder van Chagpori, die hem schoolde in de Tibetaanse geneeskunde. Dr. Trogawa Rinpoche kwam in 1956 naar India en werd in 1964 leraar aan het TMAI in Dharamsala. Hierna werkte hij als amchi (Tibetaanse arts) in Ladakh, Bhutan, Nepal, Sikkim en India. Hij behoorde tot de meest vooraanstaande Tibetaanse artsen. Hij is o.a. lijfarts geweest van Dilgo Kyentse Rinpoche, Jamyang Kyentse Chokyi Lodro en Kyabje Trulshik Rinpoche, drie grote spirituele leiders van Tibet.
De SCTG is erg blij dat Rinpoche’s neef, Teinlay P. Trogawa die jarenlang door Rinpoche persoonlijk werd getraind en gevormd, de taak van president en waarnemend directeur op zich heeft genomen en dat Chagpori, Darjeeling door de Council of Tibetan Medicine in Dharmsala officieel erkend is als opleidingsinstituut. Beiden zijn essentieel om Rinpoche’s levenswerk voort te zetten.